Baby's en jonge kinderen moeten nog een weerstand tegen ziektes opbouwen en ziek worden is een onderdeel daarvan. Iedereen beschikt over een natuurlijke weerstand maar soms volstaat deze niet. Er bestaan echter vaccins voor de meest courante ziektes. Wij geven u een overzicht van de mogelijkheden.
Wat is een vaccin?
Een vaccin bestaat uit dode of sterk verzwakte ziektekiemen (virussen of bacteriën). Als u uw kind hiermee laat inenten, reageert het lichaam door antistoffen aan te maken. Deze antistoffen vallen de ziektekiemen aan en beschermen dus tegen ziektes. Antistoffen blijven in het lichaam aanwezig, maar hun aantal neemt na een tijdje af. In dat geval is een nieuwe vaccinatie nodig.
Waarom vaccineren?
Kinderen krijgen antistoffen mee bij de geboorte, maar deze stoffen kunnen hen niet oneindig beschermen. Ook moedermelk bevat antistoffen, maar hun bescherming is minder krachtig dan een vaccin. Door het kind te vaccineren, helpt u het meer afweerstoffen aan te maken zodat het een betere weerstand opbouwt.
Welke vaccins zijn nodig?
In België is enkel de vaccinatie tegen polio (kinderverlamming) verplicht. Daarnaast raadt de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, een aantal basisvaccinaties aan:
- Difterie (kroep)
- Tetanus (klem)
- Kinkhoest
- Hersenvliesontsteking en bloedvergifting
- Hepatitis B (leverontsteking)
- Mazelen
- Bof (dikoor)
- Rubella (rode hond)
- Longontsteking en middenoorontsteking
- Rotavirus (maagdarmontsteking)
- Pneumokkoken
- Meningokkoken type C
Alle basisvaccins zijn gratis via de gemeenschappelijke inentingprogramma’s, behalve tegen het rotavirus. Dit vaccin moet u zelf kopen in de apotheek. Als het kind echter jonger is dan acht maanden betaalt de HZIV het vaccin gedeeltelijk terug.
Waar kunt u terecht?
U kunt terecht bij Kind en Gezin voor meer info over het inentingsprogramma en de vaccins.
- Kind en Gezin 078 150 100
- www.kindengezin.be